CPM kaart Beschrijving
De weerstanden, de IC voeten, de condensatoren, de connectors en andere zaken worden volgens de componentenopdruk gemonteerd. Voor de ontkoppelcondensatoren zijn geen gaten in de print geboord, ze moeten op en onder de print gesoldeerd worden. Hieronder de volgorde en wijze waarop de condensatoren gemonteerd moeten worden. De IC-voeten van de IC's: D1, D26, D27, D24, D9, D10 en D5 moeten eerst geplaatst worden, daarna moet U aan de onderzijde van de print de condensatoren solderen (let op de pin-nummers en vergelijk deze met het schema, voordat u de kaart onder spanning zet) De condensatoren C11, C12, C13 en C14 moeten eerst geplaatst worden, waarna de IC voeten geplaatst worden. De C's moeten dus op de voedingsbanen (dikke banen) aangesloten te worden. -----LET OP: er staat een fout in de componentenlijst; namenlijk dat bovenstaande C's 10 nF moesten zijn. Dit is niet waar! ! ------ Deze C's moeten 470 nF bedragen, en tussen D17 en D19 moet zo'n zelfde C geplaatst worden, en tussen D16 en D18 moet eveneens zo'n C geplaatst worden. Het RESET knopje beter niet op de kaart worden geplaatst; hiervoor moeten twee draadjes getrokken worden, en wel over de aansluitpennen van C6 (kleine elco). De lusjes die rechts van de EPROM zitten dienen te worden gesloten zoals dat op de print is aangegeven. De lusjes aan de rechterzijde van D5 zijn gemaakt om de kaart te vertellen of U een 40 tracks of 80 tracks disk-drive hebt. Deze moeten dus op de juiste wijze gesloten worden!
L1= 80 tracks.
L2= 40 tracks.
Vergeet bij het plaatsen van de onderdelen verder vooral niet het lusje dat aangebracht moet worden boven D4!
De voedingsspanning die op de kaart aangebracht moet worden is 5 Volt. Gebruik een korte verbinding met uw voeding, en gebruik een dikke kabel (voor 220 Volt). Gebruik voor het aansluiten van de voedingsspanning bij voorkeur niet de connectors X3 i en X4, maar soldeer de gestripte uiteinden van de draad op de print. (Let dus wel even goed, op de plus en de min) De connectors op de print worden als volgt gebruikt: X1 is de connector voor de diskdrives (SHUGART COMPATIBLE), en de connector X2 is de aansluiting voor de ATOM- VIA. De lussen voor de 27128 zijn: L8, L6, L3.
Toelichting

De tekst hiernaast is een goed voorbeeld van de manier waarop, niet alleen bij de uitgave van de CPM kaart, door de FAC de noodzakelijke informatie werd verstrekt. Duidelijk is dat men zoveel mogelijk rekening houdt met "hobbyisten".
En passant worden de ervaringen die met de bouw van de proef- modellen is opgedaan gemeld. Verder wordt de ingebruikname en van de beschikbare software beschreven. Een volledig recept om direct aan de gang te kunnen gaan met CPM.

Al met al is de CPM kaart een voorbeeld van vrijetijdsbesteding dat opvalt door deskundig- heid en inzet.

Voor de volledige tekst die bij deze kaart hoort, zie de download pagina.

images/terug.gif